Er zijn regelmatig wetswijzigingen die belangrijk zijn voor de uitzendbranche. In dit artikel vind je een overzicht van de 11 belangrijkste veranderingen voor het tweede kwartaal van 2020.
Alle werkgevers kunnen vanaf 1 april 2020 compensatie voor de transitievergoeding aanvragen als zij een werknemer ontslaan die meer dan twee jaar arbeidsongeschikt is. De regeling heeft een terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Daarnaast kunnen kleine werkgevers (tot en met 25 fte) bij ontslag als gevolg van bedrijfsbeëindiging, pensionering of ziekte in aanmerking komen voor deze compensatie.
In het Handboek Loonheffingen 2020 van de Belastingdienst is het vermelden van het Burgerservicenummer (BSN) niet meer opgenomen als verplichting.
Het vermelden van het BSN stond vroeger nog wel in de lijst met gegevens die verplicht vermeld moesten worden op de loonstrook. Aangezien is vastgesteld dat de wettelijke basis voor het vermelden van het BSN ontbreekt, mag deze niet meer worden vermeld op de loonstrook. Het BSN mag alleen gebruikt worden voor het doel ‘uitwisseling van loongegevens’ met de Belastingdienst. In hoofdstuk 7 van het handboek Loonheffingen staan alle vereisten waaraan de loonstrook moet voldoen.
Vanaf 1 maart 2020 is er een nieuwe verplichting voor buitenlandse ondernemingen die in Nederland werkzaamheden verrichten met gedetacheerde werknemers. Zij moeten voorafgaand aan de werkzaamheden een melding doen bij het online meldloket van het ministerie van Sociale Zaken.
De meldingsplicht is sinds 18 juni 2016 opgenomen in de Wet arbeidsvoorwaarden gedetacheerde werknemers in de Europese Unie (WagwEU). Deze wet trad 1 maart 2020 in werking.
Vanaf 1 januari 2020 mogen kinderen onbeperkt bijverdienen. Er zijn geen extra regels meer voor kinderen van 16 of 17 jaar. Ouders hoeven ook niet meer aan SVB door te geven als hun kind inkomen heeft of als het inkomen verandert.
DOORZAAM, het fonds voor duurzame inzetbaarheid in de uitzendbranche, stelt per direct van-werk-naar-werk-vouchers beschikbaar van 500 euro om uitzendkrachten die door de coronacrisis hun baan zijn verloren via een cursus, training etc. klaar te stomen voor een volgende baan.
In sectoren als de horeca, de luchtvaart en de sierteeltsector ligt een groot deel van het werk stil. In de zorg, transport, logistiek, distributie en land- en tuinbouw zit men te springen om mensen. De vouchers helpen uitzendkrachten om makkelijker van baan naar baan te gaan.
Uitzenders kunnen de rekening voor de trajecten Alles-in-1 voor uitzendkrachten, de scholingsvouchers en de van-werk-naar-werk vouchers direct aan DOORZAAM factureren. Als ze dat willen uiteraard.
Vanaf 1 januari 2021 vallen payrollwerknemers niet langer onder de verplichtstelling van StiPP. Dit hebben sociale partners besloten naar aanleiding van de nieuwe wetgeving rondom payrollpensioen. De wetgeving regelt dat payrollwerknemers per 1 januari 2021 recht hebben op een adequaat pensioen. De pensioenregeling van StiPP sluit niet aan op deze wettelijke regeling. Voor sociale partners was dit aanleiding om de verplichtstelling van StiPP te wijzigen met betrekking tot payrollwerknemers.
In het lopende jaar 2020 blijft de huidige situatie gehandhaafd.
Sociale partners overleggen de komende maanden of zij een alternatieve pensioenvoorziening voor payrollkrachten gaan faciliteren. Namelijk een voorziening die voldoet aan de eisen van het wettelijk ‘adequaat pensioen’.
Het overleg over een nieuwe pensioenregeling voor de uitzendsector is van start gegaan. Sociale partners hebben al enkele malen met elkaar gesproken en hebben naar elkaar de intentie uitgesproken om het overleg uiterlijk in de zomer van 2020 afgerond te hebben. Dit zou betekenen dat de nieuwe regeling in kan gaan per 1 januari 2022.
De ABU en NBBU streven naar één nieuwe pensioenregeling die in de plaats komt van de huidige Basis- en Plusregeling. Net als de huidige regelingen zou de nieuwe regeling een beschikbare-premieregeling moeten zijn. Daarnaast wil de ABU/NBBU een leeftijdsonafhankelijke premie, eenduidige en uitvoerbaar loonbegrip voor wat betreft de pensioengrondslag en een verantwoorde, maar forse verkorting van de wachtperiode, die op dit moment zes maanden bedraagt.
Per 1 juli 2020 kunnen partners geboorteverlof van één werkweek aanvullen tot 5 weken aanvullend geboorteverlof. Zij krijgen dan een uitkering ter hoogte van 70% van hun dagloon. Het UWV betaalt deze weken verlof. De werknemer moet deze verlofweken opnemen binnen 6 maanden na de geboorte van het kind.
In 2021 gaan er nieuwe regels rond loondoorbetaling bij ziekte in. Het kabinet wil de loondoorbetalingsplicht bij ziekte makkelijker, duidelijker en goedkoper maken. De belangrijkste punten van de regels die vanaf 2021 ingaan zijn:
Op dit moment krijgen werknemers in Nederland hun ouderschapsverlofuren niet uitbetaald. Dit gaat veranderen door een nieuwe Europese richtlijn die voorziet in 2 maanden betaald ouderschapsverlof.
Lidstaten krijgen 3 jaar de tijd om dit op nationaal niveau te regelen. Nederland werkt op dit moment aan een inventarisatie en uitwerking van de mogelijkheden. Naar verwachting zal het kabinet in het eerste kwartaal van 2021 een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer aanbieden. Uitgangspunt is dat een nieuwe regeling per juli 2022 in kan gaan.
De IOW zou per 1 januari 2020 aflopen. In het regeerakkoord is afgesproken dat de IOW wordt verlengd met vier jaar tot 1 januari 2024. Omdat een WW-uitkering maximaal twee jaar duurt, kan men tot 1 januari 2026 instromen in de IOW. Als resultaat van een toezegging aan het Kamerlid Stoffer zal de toetredingsleeftijd niet meegroeien met de pensioenleeftijd, zoals afgesproken in het regeerakkoord, maar worden vastgelegd op 60 jaar en 4 maanden. Dat is de toetredingsleeftijd bij instroom in de WW of WGA.