Er zijn regelmatig wetswijzigingen die belangrijk zijn voor de uitzendbranche. In dit artikel vind je een overzicht van de zes belangrijkste veranderingen voor het derde kwartaal van 2020.
Het aanvullend geboorteverlof, ook wel kraamverlof, vaderschapsverlof of partnerverlof genoemd, duurt minimaal 1 week en maximaal 5 weken. Werknemer krijgt dan een uitkering van 70% van het dagloon. Er geldt een maximumdagloon. Werknemer neemt het op binnen 6 maanden na de geboorte van het kind. Hoe werknemer dit doet bespreekt deze met zijn werkgever. Bijvoorbeeld 5 weken achter elkaar of verspreid over 6 maanden.
Werknemer geeft bij werkgever aan dat hij aanvullend geboorteverlof wil opnemen. De werkgever vraagt dan het verlof bij het UWV aan. Hiervoor heeft werkgever het volgende nodig:
Het UWV betaalt de uitkering aan de werknemer of aan de werkgever als hij hiervoor kiest in de aanvraag.
Tijdens het aanvullend geboorteverlof is het loon 30% lager. Bij een hoger inkomen kan dit zelfs meer zijn. Het dagloon heeft namelijk een maximum. Soms vult de werkgever de uitkering aan tot 100%, mits dat in de cao staat.
Als het loon tijdens het aanvullend geboorteverlof onder het sociaal minimum komt, kan de werknemer geen toeslag van het UWV krijgen.
Bron: UWV
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel vereenvoudiging Wajong aangenomen. De regels voor de berekening van de Wajong-uitkering worden makkelijker.
Hierdoor houdt de Wajonger meestal meer geld over als zij gaat werken en kan zij altijd terugvallen op de Wajong als zij haar werk verliest. Ook houdt de Wajonger haar volledige Wajong-uitkering als zij een opleiding volgt. Deze verandering geldt al vanaf het nieuwe schooljaar. De overige wetswijzigingen gaan in vanaf 1 januari 2021.
Uitgangspunt van de nieuwe wet is dat werken moet lonen. De huidige regels pakken nu voor sommige groepen Wajongers gunstiger uit dan voor andere groepen.
Iedere werkende Wajonger heeft met de nieuwe regels altijd minimaal hetzelfde inkomen als iemand die zonder Wajong met hetzelfde functieloon en uren werkt. UWV gaat daarnaast voor alle werkende Wajongers de nieuwe regels met de oude regels vergelijken.
Als de uitkering op basis van de nieuwe regels lager uit zou komen dan de oude uitkering, krijgt de Wajonger een garantiebedrag dat het verschil tussen de oude en nieuwe situatie compenseert als je aan het werk bent.
De Eerste Kamer heeft gevraagd de studiemaatregelen al met ingang van het komende studiejaar te laten ingaan. Dus per september 2020. Hierdoor ontvangen Wajongers die al studeren een volledige uitkering en worden Wajongers die van plan zijn te gaan studeren niet gekort. Daarnaast kunnen jonggehandicapten zonder arbeidsvermogen al tijdens hun studie in aanmerking komen voor een Wajong-uitkering als zij aan de voorwaarden voldoen.
In het nieuwe wetsvoorstel is op verzoek van de Eerste Kamer ook een uitzondering gemaakt voor een groep Wajongers die vanaf 2015 onafgebroken heeft gewerkt en dicht zit op instroom in de voortgezette werkregeling. Dit zou een aanvulling tot 100 procent WML betekenen. Deze groep ontvangt een garantiebedrag op basis van de voortgezette werkregeling. Het gaat naar schatting om zo’n 1.300 Wajongers die sinds januari 2015 aaneengesloten hebben gewerkt en verwacht hadden in 2021, 2022 of 2023 in te stromen in de voortgezette werkregeling.
Bron: rijksoverheid.nl
Het is vanaf 1 juli niet meer toegestaan om jongeren onder de 16 jaar oud te laten werken als maaltijdbezorger.
Er werkten de laatste jaren steeds meer jongeren als maaltijdbezorgers. Maar het aantal verkeersongelukken van maaltijdbezorgers onder de 16 jaar nam ook flink toe. Daarom werd in de Tweede Kamer een motie aangenomen om maaltijdbezorging door jongeren onder de 16 jaar te verbieden.
Bron: salarisnet.nl
Het is straks mogelijk dat Justis een verklaring omtrent het gedrag (VOG) weigert op basis van alleen politiegegevens. Nu kan Justis een VOG slechts weigeren als justitiële gegevens van de aanvrager in het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) staan. Politiegegevens zijn hierbij ondersteunend. De wijziging van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens, gaat naar verwachting in op 1 oktober 2020.
Let op: De ingangsdatum van deze (wets-)wijziging is nog niet definitief.
Bron: ondernemersplein.kvk.nl
De NOW-regeling is bedoeld voor werkgevers die als gevolg van het coronavirus kampen met een substantieel omzetverlies (ten minste 20%). Zij kunnen bij het UWV een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten, en hiervoor een voorschot ontvangen. Hiermee kunnen zij werknemers met een vast en met een flexibel contract doorbetalen. De NOW is met ingang van 1 juni verlengd met 4 maanden tot 1 oktober. Deze NOW 2.0 kan vanaf 6 juli worden aangevraagd en voorziet in tegemoetkoming op de loonkosten vanaf 1 juni. Werkgevers die te maken hebben met tenminste 20% verwacht omzetverlies, kunnen bij UWV een tegemoetkoming voor deze vier maanden aanvragen ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom, gerelateerd aan het omzetverlies. De omzetdaling wordt dan vastgesteld over een viermaands periode die start op 1 juni, 1 juli of 1 augustus 2020 en volgt daarbij de systematiek van de eerste periode (NOW1.0).
De werkgever heeft naast het loon te maken met andere kosten voor de werknemers, zoals bijvoorbeeld pensioenpremies (zowel het werkgeversdeel als het werknemersdeel), premies voor de werknemersverzekeringen en (in veel gevallen) een reservering voor het uitbetalen van vakantiegeld. Ook deze kosten worden vergoed. Een individuele berekening daarvan is niet mogelijk voor de NOW. UWV hanteert voor alle werkgevers een zelfde opslag van 40% bovenop de loonsom.
Bron: rijksoverheid.nl
Vanaf 1 januari 2021 geldt dat payrollwerknemers recht hebben op een adequate pensioenregeling. Er zijn voor de payrollwerkgever twee opties voor een dergelijke pensioenregeling:
1. Payrollwerknemers kunnen (indien mogelijk) aansluiten bij dezelfde pensioenregeling zoals die bij de opdrachtgever geldt, of,
2. Op payrollwerknemers kan de pensioenregeling toe worden gepast waarvan de kaders zijn vastgelegd in het Besluit.
Zo moet de pensioenregeling tenminste voorzien in een ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen, bevat het minimaal een totale werkgeverspremie van 14,6% (dit is gemiddelde werkgeverspremie in Nederland en dit wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld) en mag er geen wachttijd van toepassing zijn.
Per 1 januari 2021 valt payroll niet meer onder de werkingssfeer van StiPP. Dit betekent dat de werkgever tijdig een keuze moet maken om de payrollkracht of aan te laten sluiten bij de pensioenregeling van de opdrachtgever of zelf een voorziening gaan treffen.
Bron: NBBU