De nieuwe cao voor uitzendkrachten: overgangsrecht rechtspositie
Het duurde even, maar het is uiteindelijk gelukt. Wederom een gezamenlijke ABU/NBBU-uitzendcao. De twee vertegenwoordigers van werkgevers in de uitzendbranche hebben met de vakbonden FNV, CNV en De Unie een nieuwe cao voor uitzendkrachten afgesproken.
Cao-akkoord met LBV
Overigens sloten de ABU en de NBBU in eerste instantie al een cao-akkoord met de kleine vakbond LBV. Deze cao heeft een looptijd van 1 oktober 2021 tot 1 oktober 2022. In praktijk, zo verzekeren ABU en NBBU, geldt echter de cao met de vakbonden CNV, De Unie en FNV.
Inhoud uitzend-cao gewijzigd
De inhoud van de cao is aanzienlijk gewijzigd in vergelijking met de vorige cao. Dat komt omdat de onderhandelende partijen de cao een weerslag wilden laten zijn van het SER-advies over hervorming van de arbeidsmarkt dat medio 2021 werd gepresenteerd.
Lees ook: Meest opvallende punten uit de nieuwe cao voor uitzendkrachten
Op de volgende punten is de cao gewijzigd:
- Onwerkbaar weer
- Pensioen
- Inlenersbeloning
- Arbeidsmigranten
- Rechtspositie
- Private aanvulling WW
De meeste wijzigingen zijn vrij duidelijk, al is het wellicht soms even puzzelen. De meeste vragen leven er ten aanzien van de rechtspositie van uitzendkrachten. En met name dan het overgangsrecht.
Rechtspositie uitzendkrachten
Wat is er afgesproken in de nieuwe cao voor uitzendkrachten?
Fase A/1-2
Per 3 januari 2022 wordt voor ‘nieuwe’ uitzendkrachten Fase A/1-2 verkort van 78 naar 52 gewerkte weken. Voor bestaande gevallen gaat dit regime in per 2 januari 2023.
Fase B/3
Fase B/3 wordt verkort van 4 naar 3 jaar (nog wel steeds 6 contracten mogelijk). Voor nieuwe gevallen gaat dit per 3 januari 2022 in. Voor bestaande gevallen per 2 januari 2023.
Voor de bestaande gevallen geldt overgangsrecht. De ABU en NBBU illustreerden dit tijdens een voorlichtingsbijeenkomst met de volgende twee cases:
Met name dus ten aanzien van de ‘bestaande gevallen’ is het opletten. Voor uitzendkrachten die voor 3 januari 2022 gestart zijn heb je te maken met overgangsrecht. In 2022 worden de gewerkte weken gewoon doorgeteld.