Er wordt al een aantal jaar bijgehouden hoeveel meldingen er worden gedaan over arbeidsmarktdiscriminatie en hoe er gediscrimineerd werd. De Monitor Arbeidsmarktdiscriminatie heeft een analyse gemaakt van alle meldingen over arbeidsmarktdiscriminatie over de periode 2015-2019. In dit artikel lees je de belangrijkste resultaten uit dat onderzoek.
In de Monitor Arbeidsdiscriminatie is onderzocht waar in het arbeidsproces de meeste discriminatie plaatsvindt. Daaruit is gebleken dat meeste meldingen worden gedaan over discriminatie bij werving en selectie. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een afwijzing voor een baan vanwege een specifieke herkomst of godsdienst (of vermoeden daarvan) of over specifieke verwijzingen naar geslacht of leeftijd in de vacaturetekst. Maar dit aantal is wel verminderd sinds 2015. Toen ging nog de helft van de meldingen over arbeidsmarktdiscriminatie over werving en selectie. Nu is dat gedaald naar 43 procent.
Na werving en selectie kwam discriminatie op de werkvloer het vaakst voor (28%). In veel gevallen gaat het dan om discriminerende uitlatingen en pesterijen door collega’s, leidinggevenden en/of cliënten/klanten. Op een gedeelde derde plaats staat discriminatie bij uitstroom en arbeidsvoorwaarden.
Naast de onderdelen van het arbeidsproces waar discriminatie plaatsvindt is onderzocht op welke manier gediscrimineerd wordt. In veruit de meeste gevallen is er sprake van een vorm van omstreden behandeling (80%). Hieronder vallen onder andere uitgesloten worden van werk en een omstreden of selectieve toepassing van regels, waardoor onderscheid ontstaat. Denk bijvoorbeeld aan een vacature waarin een vermelding staat over leeftijd.
Andere vormen van discriminatie die vaak voorkomen vallen onder ‘vijandelijke bejegening’. Hiermee wordt onder andere pesten, beledigen, negeren en roddelen bedoeld. Bij 21% van de meldingen gaat het om vijandelijke bejegening. Over geweld en bedreigingen op de arbeidsmarkt komen elk jaar weinig meldingen binnen.
In de afgelopen jaren werd op de arbeidsmarkt het vaakst gediscrimineerd op grond van herkomst of huidskleur. Het gaat over ongeveer één derde van de meldingen over discriminatie op de arbeidsmarkt. Dit aandeel was nog groter bij discriminatie op de werkvloer, waar meer dan de helft van de meldingen ging over onderscheid op basis van herkomst of huidskleur (64%).
Discriminatie op grond van leeftijd stond in de jaren 2015 tot 2018 op de tweede plaats. In 2019 is deze discriminatiegrond gezakt naar de derde plaats (16%), na discriminatie op grond van geslacht. Bij werving en selectie werd deze vorm van discriminatie het vaakst gemeld, ook in 2019. Een groot deel heeft betrekking op vacatureteksten, zoals een vacature waarin gevraagd wordt om een receptioniste tussen de 22 en 30 jaar. Maar ook zonder een concrete leeftijd te noemen kunnen bepaalde leeftijdsgroepen uitgesloten worden in een vacaturetekst. Dit heet indirecte discriminatie. Dit is bijvoorbeeld het geval in vacatures waarin specifiek gevraagd wordt naar scholieren die eindexamen doen.
In 2019 kwam deze discriminatiegrond het vaakst voor, na discriminatie op basis van afkomst en huidskleur. Een stijging van één plek ten opzichte van de periode 2015-2018, toen het nog op de derde plaats stond. Ook had toen twee derde van de incidenten betrekking op vrouwen, terwijl in 2019 relatief meer meldingen werden gedaan door mannen. Hierdoor is de verdeling in meldingen door mannen en vrouwen verschoven naar 50%. Denk bij discriminatie op grond van geslacht bijvoorbeeld aan vacatures waar specifiek naar een man of vrouw gevraagd wordt.
Een specifieke vorm van discriminatie op grond van geslacht die vrouwen kunnen ervaren is zwangerschapsdiscriminatie. Het is verboden om een sollicitant af te wijzen omdat zij zwanger is of wil worden. Ook mag een vrouw niet ontslagen worden vanwege een zwangerschap en moet een werkgever rekening houden met mogelijke gevaren voor de zwangere vrouw en het ongeboren kind (denk aan tillen en bukken). Het aantal meldingen over deze grond van discriminatie steeg in de periode 2017-2018 sterk, maar daalde ook weer een beetje. Desondanks werden vaker meldingen gedaan over zwangerschapsdiscriminatie dan in 2016. De onderzoekers denken dat dit samenhangt met een grootschalige campagne, waarin werd opgeroepen om zwangerschapsdiscriminatie te melden.
Het aantal meldingen over discriminatie op grond van een handicap of chronische ziekte is in de jaren 2017-2019 gestegen. Eén op de tien had betrekking op deze discriminatiegrond. Deze discriminatiegrond kwam vaak voor bij arbeidsvoorwaarden en uitstroom. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarbij onvoldoende rekening wordt gehouden met beperkingen van werknemers met een handicap of chronische aandoening bij het maken van roosters.
In de periode 2015-2019 ging 9 procent van de aangiftes over discriminatie op grond van godsdienst. Hiervan gingen elk jaar meer dan de helft over discriminatie van moslims. Dit komt het vaakst voor bij stages en op de werkvloer. Er zijn geen gegevens bekend over de samenhang tussen discriminatie op grond van afkomst en op grond van godsdienst.
Aangezien de meeste meldingen over discriminatie worden gedaan bij werving en selectie, is het ook voor uitzendbureaus van belang om scherp te zijn op discriminatie. Maar het herkennen van discriminatie kan nog best lastig zijn.
Wil je beter worden in het herkennen van discriminatie? Dan kan deze e-learning interessant voor jou zijn.