In Nederland zijn er circa 200.000 gepensioneerden die, onder voorwaarden, best nog willen werken. Voor werkgevers is dat een interessant onbenut arbeidspotentieel. Zeker nu de arbeidsmarkt krap is en blijft.
Hanna van Solinge is onderzoeker aan het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut (NI-DI-KNAW). Ze deed onderzoek naar wie er plannen heeft voor werken na pensioen, wie dat ook daadwerkelijk gaat doen en welke factoren hierbij een rol spelen. Hierover publiceerde ze een artikel in het Tijdschrift voor HRM (mei 2023). Van Solinge constateert dat best veel gepensioneerden aangeven wel te willen werken, maar dat het van daadwerkelijk doorwerken in driekwart van de gevallen niet komt. En dat is dus zonde. Daarmee gaat waardevol arbeidspotentieel verloren.
De factoren die belangrijk zijn om te overwegen door te werken zijn divers van aard. Als oudere werknemers gaan nadenken over stoppen met werken speelt hun houding ten aanzien van werk een rol. Medewerkers die verwachten het werk méér te zullen missen, hebben vaker plannen om na de pensionering door te werken.
Daarnaast spelen de mening van de partner en van de huidige leidinggevende een grote rol. Als een partner doorwerken (onder)steunt geeft dat natuurlijk een positief zetje in de rug. En als een leidinggevende aangeeft niet van een medewerker af te willen geeft deze daarmee een positief signaal af. Van Solinge: “Een sterke ondersteuning van de partner en een ondersteunend organisatieklimaat ten aanzien van doorwerken na de AOW-leeftijd vergroot de kans aanzienlijk dat een gepensioneerde daadwerkelijk doorwerkt.”
Vanuit het onderzoek geeft Van Solinge aanbevelingen voor werkgevers. Hoe behouden zij medewerkers die met pensioen gaan? Allereerst is het zaak om er vroegtijdig bij te zijn. Zo’n twee tot drie jaar voor pensionering gaan medewerkers al nadenken over wat zij na hun pensionering gaan doen. Als werkgever is het dus belangrijk om dan al het gesprek met de aankomende pensionado aan te gaan. Bij het maken van plannen kunnen medewerkers dan in hun achterhoofd houden dat ze ook (deels) kunnen blijven werken. Als ze zich al committeren aan iets anders, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk of de zorg voor kleinkinderen, is het moeilijk om hen daarvan af te krijgen.
Uit eerder onderzoek blijkt dat werkgevers pensioen vaak als een privéaangelegenheid zien en daarom het gesprek over (wat na de) pensionering niet aangaan. Een directe vraag vanuit de organisatie om nog enige tijd door te gaan is zeer effectief om medewerkers over te halen door te werken.
Werkgevers moeten zich realiseren dat ze echt invloed kunnen uitoefenen op de plannen van de oudere medewerker. Uiteraard moet de werkgever het doorwerken ook goed ondersteunen. Er moet een cultuur zijn dat de inbreng van gepensioneerden gewaardeerd wordt. Vanuit de organisatie moet doorwerken gefaciliteerd worden. Gepensioneerden wensen vaak meer flexibiliteit. Zo willen ze vaker hun eigen werktijden kunnen bepalen en langere perioden vrij kunnen nemen. Door dit als werkgever te ondersteunen creëer je de juiste randvoorwaarden voor de pensionado om door te werken.