Hoe kan een baan in de uitzendbranche fungeren als opstap?  

Jeanine Vrehe 30 mei 2024 3 min
Categorie: Uitzendbranche

In Nederland kennen we een lage werkloosheid. Ondanks de arbeidsmarktkrapte blijft er toch een groep mensen aan de zijlijn staan. Denk maar aan werkzoekenden voor wie het lastig is om (passend) werk te vinden, vanwege bijvoorbeeld de behoefte aan extra begeleiding, of omdat ze de taal niet spreken of vanwege een hogere verzuimkans. Uitzendwerk is voor deze groep vaak een belangrijke uitkomst in de zoektocht naar een baan die bij hen past. Daarnaast biedt uitzendwerk voor andere groepen juist de uitgelezen kans om een (eerste) werkervaring op te doen, werk en privé te combineren of geldt deze baan als de start van een carrière. Zo blijkt ook uit onderzoek van de ABU. Maar hoe kan een baan in de uitzendbranche precies fungeren als opstap? In dit artikel lees je daar alles over.  

Wat is een opstapfunctie? 

De uitzendbranche vervult een belangrijke maatschappelijke functie en tevens speelt uitzendwerk voor veel mensen een belangrijke rol als het gaat om werkzekerheid. Hierbij spreken we over de opstapfunctie van een baan in de uitzendbranche. Zowel voor uitzendkrachten zonder startkwalificatie, als voor uitkeringsgerechtigden die via een uitzendbureau aan de slag gaan, vervult de uitzendbranche een belangrijke opstap naar de start van een carrière. Als we kijken naar het aantal banen dat in 2022 weggelegd was voor mensen binnen de uitzendbranche, bedroeg dit meer dan één miljoen. Als we kijken naar het totaal, betekent dit dat maar liefst tien procent van alle werkenden in dat jaar (ook) werkzaam was als uitzendkracht. 

Transities van uitzendkrachten  

Daarnaast zien we dat uitzendkrachten op diverse manieren doorgroeien of een overstap maken binnen of buiten de uitzendbranche. De meeste uitzendkrachten maken een overstap binnen de uitzendwereld, ze gaan van de ene naar de andere uitzendbaan. Maar liefst dertig procent van de uitzendkrachten heeft als eerdere baan, voorafgaand aan de uitzendbaan, ander uitzendwerk gedaan. Daarentegen maakt ook dertig procent de overstap naar ander uitzendwerk. Daarmee kunnen we concluderen uit onderzoek van SEO (in opdracht van de ABU) dat een baan binnen de uitzendbranche weldegelijk een duidelijke rol speelt als opstapfunctie. Dit geldt voor zowel situaties vanuit een positie zonder werk als naar een positie in direct dienstverband. Als we kijken naar de doorstroom vanuit een uitzendbaan dan vloeit 14 procent van de uitzendkrachten door naar een tijdelijk dienstverband en 6 procent naar een baan in vast dienstverband. De groep die vooral gebruik maakt van de uitzendbaan als opstapfunctie is de ‘reguliere’ uitzendkracht. Daaronder vallen niet scholieren, studenten of arbeidsmigranten. Voor deze groep geldt dat 23 procent overgaat in een tijdelijk dienstverband, een kwartaal na afloop. En tien procent groeit door tot een vast dienstverband.  

Verdienstelijke doorstroom naar directe dienstverbanden  

Onderzoek toont aan dat maar liefst 74% van de uitzendkrachten die de overstap maakt naar een baan in direct dienstverband, hier voor minstens 6 maanden blijft werken. Dit noemen we de zogenaamde duurzame uitstroom naar regulier dienstverband. Als we kijken naar in welke sectoren zij vervolgens terechtkomen, kunnen we de sector handel onderstrepen gevolgd door de industrie en verhuur van overige zakelijke diensten. Om de vraag te beantwoorden in hoeverre uitzendwerk als opstap fungeert richting een regulier dienstverband, geven we antwoord op de vraag: Welke arbeidsmarktposities gaan voor aan de nieuw gestarte reguliere contracten?’ 9 procent van alle instroom in nieuwe reguliere directe contracten had daarvoor een uitzendbaan.   

Uitzendwerk is bovendien ook een belangrijke positie voor mensen die uit de WW komen. Zij kennen dankzij uitzendwerk een snelle werkhervatting: als we kijken naar de kansen binnen één jaar, dan kunnen we stellen dat 93% van de mensen in de WW met voorheen een uitzenddienstverband binnen een jaar weer een baan vindt. Voor deze groep geldt dat 71% drie jaar later nog aan het werk is. Bij mensen in de WW vanuit een vast dienstverband geldt er een percentage van 68%.   

>