Hoe ziet de tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) eruit?

Marco Hendrikse 1 april 2020 3 min
Categorieën: Arbeidsmarkt, Corona

Vanaf 6 april kunnen werkgevers een aanvraag indienen voor een tegemoetkoming in de loonkosten. Om voor deze regeling in aanmerking te komen moet wel sprake zijn van een omzetverlies van minstens 20 procent. Hoe ziet de Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging ten behoeve van behoud van Werkgelegenheid (NOW) eruit? En waar moet je als werkgever rekening mee houden bij het aanvragen van de steun?

Omzetverlies door coronacrisis

Door het coronavirus worden heel veel bedrijven geconfronteerd met een (fors) verlies van omzet. Kappers, restaurants, meubelwinkels, uitzendbureaus, ze hebben allemaal te maken met geheel of gedeeltelijk wegvallende omzet. Om te voorkomen dat werkgevers hun personeel massaal op straat zetten introduceert het kabinet deze tijdelijke noodmaatregel.

Werkgevers moeten de ondersteuning aanvragen bij een digitaal loket van het UWV. Naar verwachting opent dit loket op 6 april, maar het UWV is momenteel nog aan het testen en geeft aan dat in de eerste dagen rekening gehouden moet worden met storingen. Werkgevers kunnen tot en met 31 mei 2020 bij het UWV aankloppen voor de tegemoetkoming in de loonkosten.

Voorwaarden

Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming moeten werkgevers aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • De werkgever heeft of verwacht een omzetverlies van minstens 20 procent. Het gaat om de omzetdaling vanaf 1 maart 2020.
  • De werkgever blijft het reguliere salaris van medewerkers doorbetalen.
  • De werkgever doet tijdens de periode dat de subsidie wordt ontvangen geen aanvraag voor ontslag van medewerkers om bedrijfseconomische redenen.

(indien toch ontslag wordt aangevraagd volgt een correctie op de subsidie die 50% hoger is dan de loonsom van de ontslagen medewerker)

Wat houdt de regeling in?

Werkgevers die een aanvraag doen kunnen een deel van hun loonkosten vergoed krijgen. De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de driemaandsperiode maart 2020 tot en met mei 2020. Voor de loonsom wordt van het socialeverzekeringsloon uit tegenwoordige dienstbetrekkingen uitgegaan. Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Ter bespoediging van de aanvraagprocedure is gekozen voor een opslag voor werkgeverslasten van 30% voor alle gevallen, zo staat in de Kamerbrief. Loon boven € 9.538 per maand komt niet voor subsidie in aanmerking.

Een werkgever kan maximaal een subsidie krijgen van 90% van de loonsom. Dat percentage krijgt de werkgever als de omzet 100% wegvalt.

  • Als 50% van de omzet wegvalt, bedraagt de tegemoetkoming 45% van de loonsom
  • Bij een 25% lagere omzet is dit 22,5%.

De omzetdaling van minimaal 20% moet zich dus voordoen in de maanden maart, april of mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier. Correctie op basis van bijvoorbeeld seizoenspatronen is niet mogelijk, zo geeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aan. Dat is om de regeling zo eenvoudig mogelijk te houden en heel veel aanvragen in korte tijd te kunnen afhandelen.

Tip: Op Flexnieuws heeft Marcel Reijmers van Flexknowledge een aantal rekenvoorbeelden uitgewerkt voor intermediairs over de hoogte van de te ontvangen subsidie (bij bijvoorbeeld wisselende omzetten en loonsommen).

Voorschot

Na aanvraag zal UWV binnen twee tot vier weken een eerste termijn van een voorschot verstrekken. Dit voorschot, dat in drie termijnen wordt uitgekeerd, bedraagt 80% van de verwachte tegemoetkoming. Het daadwerkelijke omzetverlies zal achteraf, middels een accountantsverklaring, worden gecontroleerd. Als de tegemoetkoming te laag was, zal het UWV bijbetalen. Teveel aangevraagde subsidie moet terugbetaald worden.

De aanvraag geldt voor een periode van 3 maanden, die eenmalig verlengd kan worden met nog eens 3 maanden. Aan een eventuele verlenging kunnen nadere voorwaarden worden gesteld.

Tijdelijke en flexibele arbeidskrachten

Iedereen voor wie loonaangifte wordt gedaan en verzekerd is voor de WW, ZW of WIA, valt onder de loonsom waarvoor subsidie ontvangen kan worden. Daaronder vallen uiteraard tijdelijke werknemers.

In de persconferentie waarin minister Koolmees de NOW presenteerde gaf hij nadrukkelijk aan dat de regeling ook geldt voor werknemers voor wie de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals werknemers met een oproepcontract of werknemers met een nulurencontract (dan kan het loon doorbetaald worden voor het gemiddeld aantal uren dat ze eerder gewerkt hebben). Voorwaarde om voor de subsidie in aanmerking te komen is immers het doorbetalen van het loon.

Ook uitzendbureaus kunnen dus een aanvraag indienen voor zover zij hun uitzendkrachten (met of zonder uitzendbeding) in dienst houden.

De volledige regeling is hier te vinden. Op pagina 10 staat de zinssnede waarin uitzendbureaus specifiek worden benoemd.

>