Managers vervullen een ontzettend belangrijke rol in organisaties. Wel verandert de rol van de manager de afgelopen jaren. Managers zijn steeds vaker leiders, facilitators en bepalend voor het succes van hun team. Ze spelen een cruciale rol bij het bevorderen van een positieve en inclusieve werkcultuur. Ze bevorderen open communicatie, samenwerking en wendbaarheid. De rol van de manager draait steeds minder om (alleen) supervisie. Een nieuwe manager wordt vooral de eerste twee jaar dat deze actief is als manager geprezen.
Dit positieve beeld van de manager wordt geschetst in het onderzoek ‘State of the Manager’ van Culture Amp. Het rapport belicht trends en is gebaseerd op inzichten van meer dan een kwart miljoen managers in 3.304 organisaties wereldwijd.
Tip! Lees ook: De kracht van goed leiderschap
Het rapport benadrukt allereerst de grote invloed van managers op de employee experience. De onderzoekers zien dat de manager als rolmodel gezien wordt. Als organisaties iets willen veranderen of een nieuwe gewoonte willen introduceren, dan moeten ze zich focussen op managers. Als managers hun voorbeeldfunctie goed vervullen dan heeft dat echt uitzonderlijke effecten. Zo zien de onderzoekers het volgende bij medewerkers als hun manager het goede voorbeeld geeft:
Wanneer een werknemer een goede manager heeft die hij/zij als rolmodel ziet, behaalt zij/hij 27% hogere motivatiescores.
Overigens wordt in het rapport geconstateerd dat leiders niet perse (goede) managers zijn. Als leiders wel goede managers zijn, dan heeft dat effect op de hele organisatie. Medewerkers zullen dan de organisatie minder snel verlaten en hebben meer vertrouwen in de organisatie en haar leiders. Dit komt direct ten goede aan business outcomes en resultaten van de organisatie. De onderzoekers voegen er aan toe dat leiders die er met hun pet naar gooien als manager, de hele organisatie in een negatieve spiraal meetrekken. “Leaders who slack on their management skills set up their entire chain of command to be less effective, ultimately impacting how all employees perceive senior leadership.”
Het rapport is dus zeer positief over de rol van managers, maar er worden ook wat kanttekeningen geplaatst. Zo is het aantal medewerkers dat rapporteert aan een manager (‘direct reports’) van invloed is op de employee experience. Natuurlijk hangt het er een beetje vanaf hoe ervaren een manager is en hoe de organisatie is ingericht. Maar over het algemeen geldt, zo blijkt uit de data, dat hoe meer medewerkers rapporteren aan een manager, hoe slechter de ervaringen van die medewerkers met hun manager zijn.
Dit komt vooral tot uiting met betrekking tot hoe de manager let op het welzijn van medewerkers en het optreden als rolmodel. Verder hebben managers dan steeds minder tijd om aan de ontwikkeling van medewerkers te werken. De onderzoekers raden dan ook aan om het aantal medewerkers dat rapporteert aan een manager te beperken.
Tip! Lees ook: Manager worden? Vraag je dan deze 10 dingen af
En dan is er nog de constatering dat nieuwe managers een steile leercurve laten zien in de eerste twee jaar als manager. Nieuwe managers worden de eerste twee jaar dat ze actief zijn in die rol overladen met complimenten door hun medewerkers. Medewerkers voelen zich gehoord, gewaardeerd en gemotiveerd. Ze vinden dat hun manager goed met veranderingen omgaat en de uitdagingen waar het team voor staat goed oppakt.
Echter, na die eerste twee jaar is de groei in tevredenheid veel minder steil of neemt deze zelfs af. Waar in de eerste twee jaar medewerkers voelden dat ze gemotiveerd werden blijft dat daarna gelijk. Na 6 jaar dezelfde manager daalt die motivatie behoorlijk. Hetzelfde geldt voor het oog hebben voor teamuitdagingen, het hoog houden van productiestandaarden en de waardering die medewerkers voelen.
De onderzoekers concluderen dat dit ook komt doordat er na die eerste twee jaar minder in de ontwikkeling van de manager zelf wordt geïnvesteerd. Daarnaast neemt de intrinsieke motivatie van de nieuwe manager (wat) af. In de eerste twee jaar is een nieuwe manager eager om zichzelf te bewijzen. Na een tijdje neemt dit af.